Hoe Een Actieve Schrijfstijl Jouw Conversies Verhoogt
Schrijf Je net zo Passief als op 99% van Alle Websites? Dat Kost Je Omzet! Ontdek Hier Hoe een Actieve Schrijfstijl Jouw Conversies Verhoogt.
Transcriptie: Hoe Een Actieve Schrijfstijl Jouw Conversies Verhoogt
Hey, mijn naam is Bart van Klik Proces en ik ga je precies uitleggen hoe een actieve schrijfstijl jouw conversies gigantisch verhoogt. Dus ik ga je exact leren hoe je zo’n actieve schrijfstijl toepast, wat je wel moet doen, wat je niet moet doen, tips, adviezen, voorbeelden, alles wat je nodig hebt om die actieve schrijfstijl zelf toe te passen en daarmee je conversies te verhogen. Welkom bij Klik Proces, met informatie over betere rankings, meer bezoekers en hogere omzet. Elke werkdag praktisch advies voor meer organische groei via SEO, conversieoptimalisatie, YouTube en Voice.
Wat is een actieve schrijfstijl?
Dat is een manier van schrijven die de bezoeker aanspreekt en aanzet tot actie. En de reden waarom een actieve schrijfstijl cruciaal is als je conversies wil halen is omdat het makkelijk weg leest, omdat het duidelijkheid creëert in het hoofd van de bezoeker met hoe het zit, dus hoe de dienst werkt, hoe het probleem wordt opgelost, dus wat het verhaal is. En het is heel duidelijk in wat de volgende stap is om te doen voor de bezoeker. Dus het is zowel een stuk, hoe bouw je je tekst op en hoe sluit je hem af en hoe zet je iemand aan tot actie, als in welke woorden gebruik je wel of niet, welke schrijfstijl hanteer je. Dus een actieve schrijfstijl heeft eigenlijk twee componenten.
Zo zijn er een aantal belangrijke kenmerken van een actieve schrijfstijl. En het belangrijkste is eigenlijk dat het heel erg lijkt alsof je met iemand in gesprek bent. Dus je bent met iemand aan het praten over een bepaald onderwerp en jij bent zeg maar de verkoper of jij bent de gene die de ander probeert te overtuigen van jouw mening of jouw product of jouw dienst. Dus daar is het het meest vergelijkbaar mee. En dat betekent dus ook dat als je gaat schrijven met een actieve schrijfstijl, dat het bijna altijd lijkt op een gesprek, behalve dat je bepaalde spreektaal meestal eruit laat. Ook is een actieve schrijfstijl extreem duidelijk in wat de lezer moet doen en waarom die dat moet doen en wanneer die dat moet doen. Dus dat is heel kenmerkend, op het moment dat je dat niet uitlegt dan is het eigenlijk per definitie al niet actief omdat een lezer gewoon geen actie kan ondernemen.
Een actieve schrijfstijl is ook dat je je teksten heel specifiek maakt waar dat zin heeft. Dus dat je niet zegt ‘Ik spoedde me naar het huis’, maar ‘Ik rende naar het huis’ of ‘Ik fietste zo snel mogelijk naar het huis’ of ‘Ik fietste met 32 km/uur naar het huis’. Je zegt niet ‘We hebben nog contact’ of ‘Ik bel je volgende week’. Nee ‘Ik bel je volgende week dinsdag om 2 uur’. Dus je maakt het zo specifiek als mogelijk want dat zorgt doorgaans weer voor duidelijkheid en duidelijkheid, dat is wat we willen. Ook zorg je ervoor dat je altijd schrijft in nu of in de toekomst en we proberen als het enigszins kan het verleden zo veel mogelijk te vermijden. Dus je zegt bijvoorbeeld wel ‘Ik ga naar bed’ of ‘Ik ga zo naar bed’ of ‘Ik ga over 5 minuten naar bed’. En je probeert te vermijden dat je zinnen gebruikt als ‘Ik wil graag naar bed’, ‘Ik zou naar bed willen gaan’, ‘Kunnen we zo naar bed gaan?’ of ‘Het lijkt me tof om misschien zo meteen naar bed te gaan’.
Het verschil is heel duidelijk. ‘Ik ga naar bed’, ‘Ik ga zo naar bed’, ‘Ik ga over 5 minuten naar bed’, dat is heel actief. Of ‘Ja, ik zou wel naar bed willen gaan’. Dat is heel passief. En dat wil je dus vermijden. Dus schrijf in het nu of in de toekomst. Zorg er ook voor dat je de lezer regelmatig aanspreekt. En dat kan zijn met woorden als je of u of jij. Dat je letterlijk zegt jij als lezer of jij als marketeer of jij als ondernemer of gewoon, dit moet je doen. Maar, wat je ook kan doen is situaties schetsen waarin de lezer zich herkent, dus in plaats van dat je specifiek focust om bepaalde woorden te gebruiken, zoals je moet dit doen, dat je een heel scenario schetst waar een bezoeker zich in herkent. Als je dat op een actieve manier doet zorgt dat er ook voor dat de lezer: 1. Daar beter door overtuigd wordt, want hij begrijpt de situatie die die schetst, want daar zit hij waarschijnlijk zelf in. En 2. Het zorgt er voor dat je actief door blijft lezen omdat het relevant voor je is.
Dus spreek aan de ene kant een lezer zoveel mogelijk aan en probeer zo veel mogelijk situaties te schetsen waar een lezer zich in herkent. Ook een belangrijk kenmerk van een actieve schrijfstijl is dat je er eigenlijk vanuit gaat dat de lezer er zin in heeft, dus je gaat er vanuit dat die al een bepaalde motivatie heeft en dat die is gekomen op jouw pagina om meer te leren, meer informatie te krijgen en een beslissing te nemen. Dus je gaat er eigenlijk altijd vanuit dat je lezer komt binnen, die heeft er zin in en op het moment dat die je pagina heeft gelezen, ongeacht of die een actie heeft genomen of niet, weet die eigenlijk meer dan voorheen. Er is kennis toegevoegd, er is duidelijkheid verschaft, er is wezenlijk is veranderd voor die persoon.
En het liefst wil je natuurlijk dat die op een bepaalde knop drukt om geld op te leveren, maar je focus moet heel erg zijn op het opvoeden als het ware, van je lezer. Dat is een actieve schrijfstijl. Zorgen dat de lezer actief betrokken is en meer weet dan voorheen. En de laatste kenmerk van actieve schrijfstijl is dat eigenlijk alles zo kort als mogelijk is, dus je tekst is zo kort als maar kan zonder verlies van informatie of kwaliteit, maar ook je zinnen zijn gemiddeld genomen kort, want korte zinnen lezen vaak gemakkelijk weg en ook je woordgebruik is kort. Bijvoorbeeld in plaats van een woord als ‘door middel van’ zeg je gewoon ‘door’. In plaats van ‘Naar aanleiding van’ zeg je gewoon ‘Vanwege’ of ‘Omdat’. Op die manier hou je je tekst zo kort mogelijk, je zinnen zo kort mogelijk zonder dat je een verlies van informatie hebt en dat zorgt ervoor dat de lezer veel meer actief betrokken is en het als een veel prettiger stuk ervaart.
Er zijn ook een paar belangrijke dingen die je moet vermijden als je een actieve schrijfstijl wil hanteren. Nou het is natuurlijk geen in steen gebeitelde regel, er zal vast wel een uitzondering op zijn, maar over het algemeen moet je de volgende dingen vermijden. En het eerste is dat je bepaalde stopwoorden vermijdt. En stopwoorden zijn woorden die we vaak gebruiken in spreektaal maar eigenlijk niet in de tekst willen hebben. Dat zijn woorden als dus, uiteraard, tenslotte, het woord ‘Ehm’, dat schrijf je gelukkig ook niet zo snel. Woorden dat als je die weg haalt dat je tekst eigenlijk nog precies hetzelfde is. Het stellen van vragen kan je willen vermijden, want het stellen van vragen kan een probleem zijn op het moment dat die vraag zeg maar te groot is, te onduidelijk is of te complex is, waardoor de lezer als het ware even moet stoppen en moet gaan nadenken over ja hoe zit dat ook alweer en hoe hoorde dat er ook al weer bij en klopt dit wel voor mij. Dat wil je niet hebben, je wil dat een lezer actief kan lezen en in een keer door kan gaan.
Dus als je vragen stelt vermijdt dan de grote complexe vragen en stel alleen de vragen waarvan je eigenlijk weet dat de lezer meteen kan zeggen ‘ja’ of ‘nee’ of ‘dat klopt’, zodat de lezer in een tel kan nadenken, antwoord kan geven voor zichzelf en verder kan gaan. Elke vorm van fluf wil je vermijden en fluf is gewoon opvulling, is gewoon onzin, is gewoon eigenlijk iets wat niets toevoegt en dat is eigenlijk heel simpel om te checken. Als je namelijk een paragraaf pakt of een zin pakt en je denkt bij jezelf, wat weet ik nu? Dan lees ik de zin, lees ik de paragraaf, en wat weet ik daarna? En als dat niet meer is, als je kennis niet vergroot is, als je niet meer bent meegenomen in het verhaal, dan is het dus onzin en dat moet het eruit. En daar moet je echt heel erg rigoureus om alle vormen van fluf eruit te halen, omdat dat haalt het tempo uit het verhaal en het zorgt ervoor dat het passiever wordt, omdat een lezer bij zichzelf denkt, vooral onbewust eigenlijk, van ‘joh, wat zit ik nou te lezen en hier heb ik niks aan’. Dus je moet heel rigoureus gaan schrappen in je content als je maar denkt dat het fluf bevat.
En sta er niet van te kijken dat als je een tekst hebt gemaakt en je denkt eigenlijk, nou die is best wel goed, dat je misschien nog wel een kwart van die tekst eruit kan snijden als je er echt je best op doet, en misschien wel meer zelfs. Dus heb geen genade met fluf, met onzin, met vullingen in je teksten, want dat wil je niet hebben, past niet bij een actieve schrijfstijl. En wat daar ook niet bij past is dat je verzandt in details en dat komt een beetje hetzelfde neer als die vragen, als je namelijk een bepaalde rode draad in je verhaal hebt en je verzandt aan de linkerkant of aan de rechterkant opeens in een detail, dan worden mensen helemaal weggenomen bij die rode draad, dan weten ze niet meer waar het over gaat, moeten ze weer terug in het verhaal komen. Net als bij het stellen van die vragen dat ze moeten gaan nadenken over het antwoord. Dus probeer als het enigszins kan details te vermijden en stuur iemand door naar een andere pagina als ze er echt veel over moeten weten, maar het liefst wil je eigenlijk dat je net genoeg details vertelt dat iemand wel verder kan lezen binnen dezelfde pagina, door bijvoorbeeld een samenvatting te geven over een begrip, maar niet zo veel dat die echt uit het verhaal wordt gehaald.
Ik zei al eerder dat je korte zinnen eigenlijk wil hebben en dat betekent dat je bijvoorbeeld voegwoorden zo veel mogelijk wil vermijden, als dat enigszins kan. Zo’n voegwoord die twee zinnen eigenlijk samenbrengt tot een zin, bijvoorbeeld het woordje ‘en’ doet daar nogal z’n best voor. En elke keer dat je een komma tegenkomt, moet je je goed afvragen of die komma daar wel terecht is en of je daar niet twee zinnen van kan maken, twee aparte kleinere zinnen. Ook dat zorgt ervoor dat de leesbaarheid over het algemeen beter is, sneller is, actiever is. Dus probeer voegwoorden en komma’s zo veel mogelijk te vermijden en eruit te snijden. En dat is gelukkig heel makkelijk; als je je tekst namelijk klaar hebt kan je gewoon even CTRL-F doen in je Google Docs of in je Word document en dan voeg je daar bijvoorbeeld de komma in en dan vind je zo alle komma’s binnen een tekst of alle voegwoorden zoals het woord ‘en’ in een tekst, en dan kan je kijken of die daar wel terecht staat.
Wat je ook wil vermijden is lange blokken tekst en grote paragrafen. Dus je wil eigenlijk nooit dat iemand naar een hele muur van tekst zit te kijken en zeker op mobiel kan dat heel vervelend zijn. En er is een simpele truc om dat niet te doen, dat is namelijk: hou je paragrafen kort. Dus hou ze maximaal vier regels, en met vier regels bedoel ik dus niet vier zinnen, want een zin kan wel meerdere regels zijn. Nee, als je kijkt op je mobiel, zorg ervoor dat er maximaal vier regels aaneengesloten staan, dat er dan altijd weer een ENTER is met een stukje witruimte. En als het enigszins kan wil je eigenlijk liever teksten hebben met drie regels of twee en zelfs afgewisseld met af en toe een 1 regel wat dan een zin is. Dus zorg er voor dat je paragrafen kort houdt en dat er veel witruimte tussen zit, aangevuld natuurlijk met kopteksten en afbeeldingen, zodat er afwisseling in zit en zodat er een prettige manier is van doorheen komen. Want er is niks zo vervelend als op een pagina komen en echt zo’n hele muur van tekst zien.
En wat je daar nog bij kan helpen als tip is, je kan regelmatig gebruik maken van 1 zins paragrafen en dat betekent dus letterlijk dat je gewoon 1 zin neerzet en dat is het. Je kan zelfs gebruik maken van 1-woord paragrafen, bijvoorbeeld door een vraag te stellen en dan doe je een ENTER en dan heb je dus een stukje witruimte en zet je het woordje ‘Toch’ met een vraagteken. Dat is aan de ene kant een hele kleine vraag, waar iemand als het goed is meteen ja of nee op kan zeggen, maar het is ook een hele fijne afwisseling van elke keer een aantal regels lezen. Dus een 1-zins paragraaf of een 1-woord paragraaf kan heel prettig zijn in de afwisseling. En het woordje ‘Toch’ is niet de enige die je kan gebruiken, je hebt bijvoorbeeld ook het woord ‘Omdat’ of ‘Maar’ of ‘Herkenbaar’ met een vraagteken en zo zijn er verschillende woorden die je eigenlijk heel goed als 1 paragraaf kan maken, dat je een paragraaf hebt van 1 woord en wat eigenlijk een brug maakt naar de volgende woorden.
Wat je absoluut wil vermijden, dat zijn twijfelwoorden. En we hebben in de Nederlandse taal heel twijfelwoorden, dus ik ga ze zo meteen even opnoemen. Maar wat twijfelwoorden zijn, is dat je eigenlijk een keuze geeft aan een lezer maar dat je daarbij niet duidelijk ben wanneer welke keuze gemaakt moet worden. En er is niks zo vervelend voor een lezer als dat die bijvoorbeeld leest ‘Deze oplossing kan werken’ maar dat er vervolgens niet wordt uitgelegd wanneer wel en wanneer niet. Of een woord als ‘Misschien’, want een woord als ‘Misschien’ is twijfel en dan weet een lezer nog niet waar die aan toe is. Dus dat zijn woorden die je echt, koste wat het kost, als het enigszins kan, wil vermijden. En er zal er altijd een of twee in sluipen, misschien als er ook een goeie uitleg bij zit, dan kan het weer wel, maar doorgaans moet je hier heel rigoureus op zijn. En zeker copywriters die relatief nieuw zijn of die nieuw zijn met conversiegericht schrijven en in geval is actief schrijven daar een onderdeel van, die hebben de neiging om heel veel van deze woorden in de tekst te zetten.
De reden daarvoor is, omdat we meestal praten met deze woorden en daardoor ben je ook geneigd om ze te schrijven. Dus hier even de complete lijst met twijfelwoorden die je moet vermijden, koste wat het kost. Kan, kunnen of kon. Zal, zullen of zou. Wil, willen of wilde. Word, worden of werd. Het woord ‘als’ of ‘als het goed is’. Eventueel, bepaalde, sommige, wellicht, waarschijnlijk, misschien en soms. Dat zijn de twijfelwoorden die je echt, koste wat het koste, wilt vermijden en als je ze moet gebruiken, dan moet er een hele goeie duidelijke uitleg bij zitten, zodat iemand nog steeds weet: wanneer doe ik het wel en wanneer doe ik het niet. Ook wil je alle bullshit-termen vermijden als het enigszins kan. En dan zal je zeggen, Bart, lieve jongen, wat bedoel je met bullshit-termen? Nou, dat zijn eigenlijk woorden die niemand snapt, die niet 1 betekenis hebben, meestal multi-interpretabel zijn, maar die ontzettend vaak gebruikt worden en zijn dus in feite woorden die geen enkele betekenis hebben. Als je dat woord weglaat, dan is het net zo duidelijk voor de klant.
En dan hoor ik je misschien denken van nou, ik ben benieuwd wat dat voor woorden zijn, maar zodra ik ze zo meteen ga opnoemen, weet ik zeker dat je ze herkent. En bij marketeers, noemen we het meestal ook wel marketeer bingo. Dus hier komen er een paar: dynamisch, flexibel, creatief, klantgericht, kwaliteit of kwaliteit hoog in het vaandel, expertise, vakkundigheid. Zulk soort woorden, die op zich helemaal niks vertellen. Het woord expertise, zonder onderbouwing waarom dat zo is, een woord als dynamisch, weet je, niemand weet gewoon wat dynamisch is. Het klinkt natuurlijk fantastisch. Synergie, ook zo’n mooi woord. Nou, als je iets wilt vermijden zijn het zulke woorden, want zulke woorden worden je lezers heel erg moe van omdat ze niet snappen wat het is, en als ze niet snappen, als er geen duidelijkheid is, ik blijf het herhalen, als er geen duidelijkheid is, haken ze af en luisteren ze niet actief meer mee met je verhaal en ben je dus ook niet actief aan het schrijven. Vermijd zulke bullshit-termen echt koste wat het kost. En daar aan vast hangend hangt een beetje het punt van, vermijd jargon, maar vermijd jargon alleen als dat ook klopt, want het ligt er een beetje aan wat voor tekst je maakt en het niveau van je potentiële klanten en wie precies de doelgroep is. Dus jargon hoeft niet per se verkeerd te zijn, maar meestal wordt jargon te vaak en te veel en te snel gebruikt, dus dan krijg je een tekst vol met jargon in plaats van dat er een of twee keer een bepaalde vakterm in zit.
En daar komt dan bij dat er niet nagedacht is over, wie is mijn potentiële klant? En als het bijvoorbeeld een beginnerstekst is of een beginnersuitleg is, dan moet je die termen zeker vermijden of je moet ze heel duidelijk uitleggen. Dus over het algemeen kan je als stijlregel aanhouden dat je te veel jargon gebruikt; ga daar maar eens van uit. En daarvoor geldt ook, probeer gewoon jargon eigenlijk koste wat het kost te vermijden en als het echt niet anders kan, zorg dan dat het goed is uitgelegd of dat er een hele duidelijke link is waar iemand er meer over kan lezen, maar ook daarvoor loop je dus het risico dat je iemand uit het verhaal haalt. Dus nogmaals, jargon is niet per definitie slecht, maar wij zien dat het te veel te vaak wordt gebruikt, zeker wanneer de doelgroep waarvoor geschreven wordt echt beginners en nieuwelingen zijn.
En dan heb ik nog een paar gouden tips om je actieve schrijfstijl te verbeteren. En de eerste is, wees voorzichtig met je bijvoeglijke naamwoorden. Bijvoeglijk naamwoorden zijn soms heel handig, omdat ze wat extra detail en extra verhaal maken, maar als je continu, overal alsmaar bijvoeglijk naamwoorden blijft toevoegen, dan krijg je heel veel fluf tussen je tekst, heel veel details die niets toevoegen en daardoor wordt je tekst veel langer en veel onduidelijker en dat is niet wat je wil. Dus wees heel zeldzaam in je bijvoeglijk naamwoorden en voeg ze alleen toe als het daadwerkelijk bepalend is voor het verhaal. Dus als we het hebben over een auto en de kleur doet er niet toe, dan gaan we niet zeggen ‘de rode auto’ want dat voegt niks toe. Dan kunnen we misschien wel zeggen ‘de grote auto’ of ‘de kleine auto’ als dat belangrijk is voor het verhaal.
Tweede belangrijke tip is, laat je tekst altijd nakijken en het liefst door iemand die geen flauw idee heeft van de dienst, van het product of van het verhaal, want mensen die niet weten waar je het over hebt of niet zo bekend zijn met je verhaal, die halen heel vaak hele duidelijke onduidelijkheden eruit. Dingen waarvan jij denkt van, dit is heel duidelijk of dit is heel goed geschreven of hier kan iemand zo doorheen, die halen ze er onmiddellijk uit, daar gaat meteen met een zwarte stift een streep doorheen. Dus laat altijd ten minste een iemand die niks weet van je vakgebied, van je teksten of wat dan ook, laat die het nalezen en laat die gene aangeven, waar is het onduidelijk, waar vertraagt eigenlijk mijn leestempo, wat vind ik vervelend. En op die manier wordt je tekst heel snel heel veel beter. Als de pagina die je gemaakt hebt heel belangrijk is, zorg er dan voor dat je bepaalde software, bepaalde conversiesoftware installeert op de pagina, bijvoorbeeld Scrollmaps en Heatmaps maar met name Scrollmaps zijn handig, want die laten je namelijk zien tot hoever op de pagina lezen mensen en dat helpt je soms om te bepalen, waar haken mensen blijkbaar af en kan ik achterhalen waarom dat zo is.
Bijvoorbeeld omdat er misschien bepaalde actieve schrijfstijl fouten in zitten, dat ik toch in details ga verzanden of dat ik toch niet snel genoeg ga, dat het toch veel regels achter elkaar zijn waardoor het wat onduidelijk wordt. Dus hoe dan ook, die Scrollmap kan je helpen om te bepalen, waar haken veel lezers af of waar blijven ze heel lang hangen misschien, omdat iets onduidelijk is of juist heel interessant is en hoe kan ik dat gebruiken om mijn tekst verder te verbeteren. Ook nog een hele goeie tip is om je absoluut 0,0 aan te trekken van de Nederlandse spelling en grammatica regels. En dat bedoel ik natuurlijk niet letterlijk, want het moet wel leesbaar blijven voor iedereen, maar het maakt mij gewoon niet uit wat het Nederlandse boekje of wat de officiele spelling is. Op moment dat je iets schrijft en het is duidelijk voor jouw lezer, dan is het goed. Dat moet de regel zijn. Verschaft het mijn lezer duidelijkheid? En als dat zo is moet je het gewoon schrijven of gewoon laten staan zoals jij dat wilt, ookal mag dat officieel niet.
De een-na-laatste tip is om bullet points te gebruiken. Bullet points zijn een hele welkome afwisseling in teksten. Daarnaast heeft onderzoek aangetoond dat ze doorgaans goed gelezen worden, voornamelijk het eerste en het laatste punt. Informatie wordt goed onthouden. De reden dat de eerste en de laatste goed worden onthouden heeft met name met de Peak end rule te maken, maar dat is iets voor een andere video. We gaan niet verzanden in details in deze video. Maar bullet points zijn gewoon een hele goeie afwisseling, ze verschaffen heel veel duidelijkheid, mensen kunnen er makkelijk doorheen, dus even heel simpel gezegd: voeg bullet points toe waar dat kan. En natuurlijk moet je niet een hele tekst hebben die alleen maar bestaat uit bullet points, dat snappen we allemaal, maar op heel veel momenten kan je wel bullet points invoegen en is dat gewoon slim om te doen.
En de laatste tip die ik voor je heb om een actieve schrijfstijl te hanteren en eigenlijk een beetje ritme erin aan te brengen is gebruik te maken van een, twee en drietjes. En een twee drietjes, je herkent ze wel als ik zo een voorbeeld van ga laten zien, die doen het vaak heel goed, die voelen heel natuurlijk en je wordt eigenlijk vanzelf wel meegenomen om dat hele stuk uit te lezen. Dus wat is een een, twee, drietje? Nou een een, twee, drietje kan bijvoorbeeld zijn: ten eerste dit, ten tweede dat en de derde reden is zus of ten eerste, ten tweede, ten derde. Dit is het allerbeste product, want: argument A , argument B, argument C. Je moet deze dienst afnemen want onze concurrenten hebben A niet, B niet en C niet. Een een, twee, drietje voelt gewoon heel fijn. En wat ik net zeg is dat je eigenlijk een een, twee, drietje doet met drie verschillende dingen. Je kan ook een een, twee, drietje opbouwen, dat je zegt: we gaan lachen, gieren, brullen of dat je zegt: het wordt meer dan leuk, het wordt meer dan lachen, het wordt legendarisch.
Dus op die manier bouw je hem op en we zijn als mens toch snel geneigd om dat hele stuk uit te lezen en eigenlijk de hele tekst te volgen omdat, ja dat is een bepaalde ritme. Ik weet niet precies waar dat in zit, maar doorgaans reageren we daar goed op. Je zal bijvoorbeeld ook zien dat in speeches van presidenten of van leiders van een land of van het koninklijke huis, zitten bijna altijd een, twee, drietjes verwerkt omdat het gewoon heel fijn werkt. Het laatste soort een, twee, drietje wat ik je kan aanraden is het een, twee, drietje van herhaling. Je ziet dat dit niet klopt, je ziet het gebeuren, je ziet het vallen en toch doe je niks. Dat is een een, twee, drietje, waarin je eigenlijk drie keer hetzelfde punt zegt, maar meestal dat er iets meer detail in gaat zitten en vervolgens bind je daar een bepaalde conclusie aan of ga je verder met je verhaal.
Ook dat is een een, twee, drietje die makkelijk te verwerken is en die onze aandacht vasthoudt. Dus dat zijn hele goeie tips om je teksten actiever te maken, die actieve schrijfstijl te hanteren. Als je dit toepast op je teksten of je teksten na gaat lopen om te zien of ze wel actief zijn, vrijwel gegarandeerd dat dit je conversies verhoogt, want er is niks zo lekker als een goed lezende actieve tekst. Zowel voor jou om te verkopen als voor een lezer om te verwerken. Dus ik zou zeggen, ga er mee aan de slag, zorg dat je duidelijk bent, zorg dat je actief ben, praat in de nu en in de toekomst en al die tips die ik je net heb gegeven en ik hoop natuurlijk dat je de volgende keer weer luistert of leest of kijkt, want dan ga ik je nog veel meer tips en adviezen geven, bijvoorbeeld over copywriting, over SEO, over YouTube, over conversieoptimalisatie en over Voice.